Informatie Gambia

Geschiedenis
Gambia is een zelfstandige staat, maakt deel uit van het Britse Gemenebest en is lid van de V.N. Het land maakt deel uit van de Unie van Onafhankelijke Afrikaanse Staten en van de Ecowas, de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten. Het land is ook lid van de Afrikaanse Commissie voor mensen- en volkerenrechten.

In 1456 voeren de Portugezen op initiatief van Hendrik de Zeevaarder de Gambia-rivier op. Op een eiland in de rivier werd een handelspost, Ilha de San André, ingericht en de Portugezen heersten over het hele gebied langs de rivier. Vanaf 1501 werden de eerste slaven verkocht naar met name Spanje. De Britten pakten het groot aan en het eerste grote slaventransport dateert van 1562 naar Groot-Brittannië. Meteen daarna begonnen de slaventransporten naar Amerika en het Caraïbisch gebied. Men schat dat tussen 1501 en 1856, het jaar waarin Amerika de slavernij afschafte, ruim 3.000.000 slaven vanuit Senegambia naar Amerika werden getransporteerd. Dit gebeurde onder mensonterende omstandigheden en waarschijnlijk stierf ongeveer 15% van de slaven al tijdens de reis. Eind zeventiende eeuw waren er in het Senegambiaanse gebied meer dan tien forten en posten voor de slavenhandel. Vanaf 1800 onder Britse invloed. Gambia werd zelfstandig op 18 febr. 1965. Op 24 april 1970 is het uitgeroepen tot een republiek.

Gedurende de periode van de trans-Atlantische slavenhandel werden miljoenen mensen uit de regio als slaaf naar Amerika gebracht. Hoeveel slaven door Arabieren zijn verhandeld via de route door de Sahara is onbekend. De slaven werden door Afrikanen aan Europeanen verkocht. Sommigen waren gevangengenomen in stammenoorlogen, anderen werden verkocht wegens schulden, of waren ontvoerd. Aanvankelijk kwamen de slaven in Europa terecht als bedienden. Later werden ze naar Amerika vervoerd. In 1807 werd de slavenhandel door de Britten afgeschaft. Zij probeerden ook een eind te maken aan de slavenhandel in Gambia zelf, aanvankelijk tevergeefs. De slavernij werd hier pas in 1906 afgeschaft.

Gambia en de slavenhandel kwamen uitgebreid aan bod in de bestseller van schrijver Alex Haley, “Roots”. Ook de televisieserie die naar aanleiding van het boek werd gemaakt maakte veel indruk.
In januari 2019 bezocht ik een klein particulier museum annex galerie, (tussen Tujereng en Sanyang in Gambia) en ik was onder de indruk van de voorwerpen en de kunstwerken die werden getoond. Daarnaast was de eigenaar een gepassioneerd verteller.

Geografie
The Gambia ligt in West-Afrika aan de Atlantische Oceaan. De naam Senegambia door de Britten al gebruikt in 1765. Tussen Gambia en Senegal is de naam na een verdrag in 1967 gebruikt, maar nooit officieel erkend. Op 30 sept. 1989 door Senegal dit verdrag weer opgezegd.Het land ligt op 13 gr. nbr / 13-17 gr. wl., ter hoogte v. Curaçao, Bangkok en Manilla. Het is 60 km. breed in het westen en 20 km. in het oosten. De totale lengte is 320 km., over de weg ruim 400 km. De oppervlakte is 11.295 km². 1/5x Ned.-Belg. Senegal 17x Ned./Belg. Basse ligt op het hoogste punt, 46 meter.

The Gambia
Deze rivier stroomt vanuit Senegal v. oost naar west. Het water is landinwaarts tot ongeveer 200 km. nog brak. Bij het Tendaba Kamp en het Kiang West National Park is de rivier 1800 m. breed.Het land is nauwelijks breder dan 35 kilometer en is vanaf het uiterste westen tot aan de oostelijke grens met Senegal ruim 430 kilometer. De rivier die Gambia in tweeën deelt heet eveneens The Gambia. Het klimaat is subtropisch met een regenseizoen dat 4 à 5 maanden duurt en vanaf november gevolgd wordt door een droge periode.

Plaatsen
Van noord naar zuid: Bakau/Kachikally/Cape Point, Fajara (Serekunda), Lotu, Kololi, Kerr Sering (Bakoteh), Bijilo (Sukuta), Sanneh-Mentereng, Ghanatown, Brufut (Yundum), Tanje, Tujereng (Brikama),Sanyang, Gunjur, Katya, Folonko, Kartong.
Van wet naar oost: Sukuta, Serekunda, Brikama (zd.), Banjul, Juffereh, Albreda, Kerewan (zd.: Kiang West National Park), Kwinella (zd.), Farafenye, Soma (zd.), Mansa Konko (zd.), Kaur, Pakaliba (zd.), Kerr Batch, Banoon Island National Park (zd.), Wassu, Kuntaur, Georgetown, Bansang (zd.), JanjangBureh, Basse Santa Su (zd.), Fatoto, Kunda.

Hoofdstad
Banjul, gesticht in 1816. De Denton Bridge (halverwege Bakau – Banjul) is 210 m. lang. De Arch 22 is het symbool van de machtsovername op 22 juli 1994.
Afstanden
Kololi Hotel Paradiso – Banjul 15 km.
Kololi – Yundum Airport 20 km.
Kololi – Tanje 15 km.
Tendala Kamp – Soma 25 km.

Demografie
Het land telt 1,7 milj. inwoners. Waarvan er in het westen van het land 375 inwoners per km², in de overige gebieden is dat 90 inwoners per km². Een compound is een leefgemeenschap van families. De chief (of chief-chief) is de familieoudste. De alkalo is de dorpsoudste. Er leven ongeveer 15 verschillende stammen. 25% van de bevolking leeft van het toerisme. De levensverwachting voor mannen is 47 jaar en voor vrouwen 51 jaar. 30 % van de bevolking is geschoold. Het land wordt bevolkt door een vijftiental verschillende stammen, die tezamen ongeveer dertig verschillende talen spreken. Overal wordt Engels als voertaal gebruikt. Daarnaast spreken velen de taal van de Wollof. Naast de Wollof komen in The Gambia de volgende stammen voor:

  • de Mandinka, 40% in het gehele land (zie woordenlijst)
  • de Fula, 13% vanaf Soma oostelijk
  • de Wolof, 12% in het westen en noorden
  • de Jola, 8% in het zuiden tot Soma en
  • de Serrahuli.

Deze stammen leven vreedzaam met en naast elkaar.

Economie
De economie van Gambia behoort tot de zwakste in de wereld. Het land is één van de armste landen ter wereld en staat van de 175 landen op de UNDP Human Development Index 1997 op de 165e plaats. Op het platteland staat 23% van de bevolking als zeer arm en 18% als arm te boek. De zeer arme bevolking heeft een inkomen dat hen niet in staat stelt in hun eerste levensbehoeften – vooral met het oog op de voeding – te voorzien. Ook de arme bevolkingsgroep leeft nog onder de armoedegrens maar is wel in staat aan het dagelijks benodigde voedsel te komen. 67 % leeft net boven de armoedegrens. Op het platteland wordt ruim 300 Dalasis (€ 8.- ) per huishouden per maand besteed aan voedsel. Mannen werken na hun 40e levensjaar niet meer; jongens tot 8 jaar houden zich met vee op.

Godsdiensten
90% van de bevolking behoort tot de islam. De Mekkaganger draagt voor zijn naam vaak Alhaji. Gebedstijden zijn: 06.30 u. de Fajr, 14.00 u. de Suhr, 17.00 u. de Asr, 19.30 u. de Maghrib, 20.30 u. de Isha. De marabout is in Senegal en Gambia een charismatische figuur die islamitisch en geestelijk leidsman is, mysticus, toekomstvoorspeller en toverdokter/medicijnman tegelijk is. Hij heeft een erfelijke functie. Boven de deuren van gebouwen en huizen bevinden zich vaak voorwerpen. Kinderen dragen een juju om de hals, gris-gris om de bovenarm of enkel, een belly belly om hun middel, verder schelpen of stukjes leer met een tekst/formule. 10% van de bevolking is anglicaan, Rooms-Katholiek, Bahai-aanhanger, methodist, zevende dag adventist of baptist. Ook de Assembly of God (Pinkstergemeenten) bevindt zich in The Gambia.

De vrijdag en de zondag zijn rustdagen.

Politiek
Het land is in 6 districten verdeeld:
zd.w-midd.: Lower River Division
nrd.w: Greater Banjul
nrd-midd.zd.: Central River Div.
zd.w.: Western Div.
nrd.w.: North Bank Div
o.: Upper River Div.

Gezondheidszorg
50.000 mensen beschikken over maar één ziekenhuis en er is één bed op de 1200 inwoners. Verder kunnen elke 15.000 mensen maar naar één arts, 135.000 mensen naar één tandarts en is er één verpleegster op de 4,500 mensen (2003).

Onderwijs
Er is geen leerplicht. NOG-scholen zijn particulier (o.a. geref./methodist/islamitisch enz.).Op de basisscholen wordt in het Engels les gegeven. Aangezien veel kinderen voordat ze naar school gaan alleen hun stamtaal geleerd hebben, beginnen zij met een flinke achterstand. Op de kleuterscholen wordt de kinderen Engels geleerd en de elementaire beginselen van lezen en rekenen. De kleuterscholen zijn meest prive-scholen waarvoor verhoudingsgewijs veel schoolgeld betaald moet worden. Kleuterscholen worden niet gesubsidieerd, basisscholen wel. Het schoolgeld bedraagt het schoolgeld per kwartaal gemiddeld 90 dalasi, dus per jaar 270 dalasi. Een schooluniform kost ongeveer 175 dalasi. Als vervolgopleidingen kent men een 3-jarige Junior Secundairy School en een Senior Secundairy School. Hoger onderwijs vindt plaats in Banjul en men studeert veelal in het buitenland.
De Methodist Special School. Deze ligt in Kanifing South (dit is tussen Fajara, Bakau en Serrekunda). De school is gevestigd aan de MDI-road in Kanifing South. Als je vanuit de richting Kololi komt ga je bij de stoplichten rechtsaf en vervolgens na ongeveer 600/800 meter (bij de SANTA YALLA DRUGSTORE) de eerste grote weg linksaf, daarna na ongeveer 400 meter weer rechtsaf en dan vindt je na ongeveer 200 meter de school.
Het Hart House. Dit ligt in Sinchu Alhagi Village aan de Hungayestreet, dit wordt met borden “Hart house” aangegeven vanaf de grote weg die loopt van het vliegveld naar de Rotonde bij Brufut. Als je vanaf het vliegveld komt zie je bord aan de rechterkant. Vanuit Kololi dus links
Voordat je een bezoek brengt aan de school of aan Hart House (Shortstayhome) kun je het best even bellen, anders is het mogelijk dat je voor een dichte deur staat. Voor de school kun je bellen met Kwesi Mensah 9914320 en voor Hart House met Geoff Hunwicks 9926258.

Hotelwezen

  • GHA, Gambia Hotel Association
  • ASSET (2000), Association of Small Scale Enterprises in Tourism.

Telefoon: 00 – 220 + telnr.

Valuta De munteenheid is de GMD (dalasi).

5 dalasy – € 0,14 (per okt. 2009) Afdingen van één derde tot de helft.
10 “ – € 0,28 1 € – 38 dalasi
15 “ – € 0,42 2 € – 96 “
20 “ – € 0,56 3 € – 114 “
25 “ – € 0,70 4 € – 152 “
30 “ – € 0,84 5 € – 190 “
40 “ – € 1,12 6 € – 228 “
50 “ – € 1,40 7 € – 266 “
60 “ – € 1,68 8 € – 304 “
70 “ – € 1,96 9 € – 342 “
80 “ – € 2,24 10€ – 380 “
90 “ – € 2,52
100 “ – € 2,80

Landbouw en veeteelt
Aardnoten, rijst, gierst, peulvruchten (meestal pinda’s), cassave, graan (couscous), oliën, specerijen, palmboompitten en –vruchten. Rundveeteelt. Verder visvangst en visdrogerijen in Gunjur en Sanyan.

Bosbouw
Kolapalm, kokospalm, mahonieboom (grillig), teakboom (kaarsrecht met grote bladen), katoen- of kapokzijdeboom (enorm groot), mangoboom, boabboom ook wel apenbroodboom, flesseboom (met brede stam van 9 m. omtrek) en schors- of bastboom genoemd. Deze kan 16 – 17 m. hoog, 1000 jaar oud worden en staat meestal midden in een compound of dorp.

Flora
Vuurballelie, Ba Jarbo. Met rode kogel. Chinese Roos heeft grote bloemen. Kinineplant bestaat uit een heg met dikke bladeren. Op de stokjes ervan wordt gekauwd en deze bevatten kinine tegen malaria. Verder cashewnoten als heerlijke vruchten. Tussen de mangrovemoerassen kan gevaren worden. Men kent olifantsgras als onkruid. Over het bamboe: dit is verboden als bouwmateriaal en om als houtskool te gebruiken.

Fauna
Er leven 350 vogelsoorten die vooral ’s morgens en ’s avonds te horen en te zien zijn. Er zijn apen, antilopensoorten, wilde zwijnen en wrattenzwijnen, krokodillen vooral in poelen. Maar weinig nijlpaarden, wel reuzenhagedissen en slangen (bewakers waarschuwen). Verder waterslangen, gitaarvissen, kwakende frogvissen, longvis, modderkruiper (zelfs in de bomen) en dolfijnen (vanuit de Atl. Oceaan).

Natuurparken
Van west naar oost:

  • Baboon Island National Park, gedeeltelijk gesloten, bavianen en chimpansees.
  • Kiang West National Park, als grootste park open.
  • Bijilo Park, bij Kololi.
  • Abuko Nature Park, krokodillen. Ook in poelen in Bakau en Berinding.

Gedrag
Foto’s/films van mensen, moskeeën, huizen, voorwerpen en begeleid vee alleen na toestemming en tevens voor geven van een klein bedrag. Bezoek aan volkstuinen, waarin vrouwen d.m.v. het Womans’ Garden Project het werk leren. Vaak geen bestek bij het eten als men op bezoek is. Fooien in hotels beter regelmatig geven, niet pas aan het einde van het verblijf. Geef geen fooien aan de badman of strandwachten. Men kent de hustler: de dringer of duwer. Zelfs in het hotel. Negéér hem. Bij een ongewenst gesprek of bij lastig vallen, de politie waarschuwen. Op strand in het water gaan lopen. Maar ook de bumpster: de onzachte aanraker. Negéér hem ook. Handig is: zaklantaarn ’s avonds mee te nemen bij het wandelen i.v.m. plotselinge stroomuitval.

Voeding
Butterfish is de vis zonder graat. Bij sappenverkoop mogelijk eigen bekertje meenemen. Goed voor het vochtpeil. Tapalappa, kleine broodjes.

Strand
De badman is lifesaver. De strandwacht heeft een “beachwatch”-shirt aan.
Bij het vlaggensysteem is wit: veilig; blauw/geel: oppassen i.v.m. stromingen; rood: niet in zee! Tussen Fajara en Kololi veel mogelijkheden voor eten en drinken.
Hulpverlening
In Bakadaji (bij Basse Santa Su) is o.a. een school die Nederlandse hulp ontvangt. Deze heeft banden met het Bakadaji Hotel (tel. 462 307) waarvan de eigenaar een Nederlander is. Verder zijn er vele (kleine hulporganisaties die via websites te vinden zijn en die allerlei terreinen ontwikkelingswerk ondersteunen.

Excursies

  • Gambia Tours, 462 601/462 603.
  • Gambia National Tours (Gamtours), 9 370 616.
  • West African Tours, 9495 258.
    Met vier personen een taxi huren is het voordeligst. De chauffeur gaat dan tijdens het bezoek mee. Wachten tijdens de taxirit: ruim 20 dalasi p. uur

Wanneer je een betrouwbare gids zoekt dan zou je ook eens kunnen denken aan Ebrima York zijn WhatsApp nummer is 00220 5086871

Voorbereiding
Alleen boeken bij een goedkoop reisbureau(tje) als de verzekeringen in orde zijn! Kinderen alleen verantwoord pennen, potloden, schriften, bloknootjes geven. Zonnebrandmiddel, muggenolie en water meenemen. Niet te beste kleren wegens stof. Zwemkleding en handdoek is geen overbodige luxe. Toiletartikelen, zaklamp, batterijen en malariapillen!! Serekunda: markt. Banjul: nationaal museum. Bakau: krokodillenpoel. Beter eerst een kleine rondreis te boeken. Daarna zelf naar bepaalde plaatsen om deze niet dubbel bezocht te hebben.

Zelf ondernemen

  • Abuko Nature Reserve. Met een pad van 3 km. Vanaf 08.00 u. Bij de prijs is een 2 u. wachten door de chauffeur inbegrepen
  • Bijilo park, met vooral apen en vogels (heeft ook een ingang aan het strand)
  • Een veemarkt is er op de doorgaande weg van Serekunda en Abuko. Chauffeur wil wel stoppen en meelopen.
  • In Brikama: houtsnijwerk.
  • In Bakau: een krokodillenvijver te Kachkally, voor enkele dalasis. Chauffeur wacht wel. Ook in Berending en in
    Folonko bij Kartong. Voor succes of gezondheid baadt men zich erin of drinkt ervan. Prijs met een chauffeur
    afspreken en pas betalen bij het hotel.
  • Boabab Island.
  • Makasuto Culture Forest, een bush-oase.
  • Kerr Aldiana, bij Kubuneh.
  • Paradise Beach, het mooiste strand bij Sanyang dat zéééér langzaam afloopt. Met een geïmproviseerde douche.
    In deze baai warmer water dan langs andere stranden.

Enkele andere toeristische tips
James Island (je kunt met de boot, maar je kunt ook met de pont naar de noordoever van de Gambiarivier en dan met de taxi naar Albreda en vandaar met een klein bootje naar James Island.
De Krokodillenpool in Bakau, je komt dan door een echte Afrikaanse wijk (dit is makkelijk te doen met de taxi vanuit jullie hotel.
De houtmarkt in Brikama eventueel kunnen jullie ook een bezoek brengen aan een paar katholieke zusters, die jonge meisjes opvangen in hun huis. Ze hebben ook een kleine kippenboerderij. Als je naar de houtmarkt gaat is het aan de linkerkant van de weg. een groenhek met daarin een kruis. Kwesi Mensha van de Methodist Special School weet wel waar het is.
Als jullie de kinderopvang van Second Home nog willen bezoeken kun je dit ook vragen aan Lucy Sarfo of Kwesi Mensha, zij weten dan precies waar je moet zijn.
Verder is een bezoek aan de Baptisten kerk in Ghana Town een belevenis (trek niet je beste kleren aan want het stinkt er vreselijk naar gedroogde vis). Even na Ghana Town ligt Tanji en daar heb je een grote visafslag en visdrogerijen, verderop aan de overkant van de weg heb je een openlucht museum, ook de moeite van het bezoeken waard.
Je hebt twee grote markten in Gambia, de Albert markt in Banjul je kunt dit combineren met een bezoek aan de Arch 22 (de grote toegangspoort van Banjul) en de grote markt in Serrekunda. Allemaal makkelijk te bereiken met een lokale taxi (geel/groen) wel altijd afdingen anders betaal je echt veel te veel.

Taal

Enkele Mandinkawoorden; deze taal voor het grootste deel in Gambia gesproken:

Bakotu grote kreek.

Syabatou zitten en wachten!

Piroques vissersboot voor 7 mensen

Lifesaver badman

nadoko mijn geld

samatoo schoen

muntumale i bitaa wanneer ga je weg?

eikatamento waar ga je heen?

nyata we gaan weg

eibotamentò u komt van…

sijang ga hier zitten

najang kom hier

siimahung diner

adeyata lekker

kotoo broer

läärong bed

banko zand

konto lunch

dasamoo ontbijt

kurtoo broek

siipa rok

tabuloo tafel

somaily hoe gaat het met u?

ebeji uitstekend

i too dun (ito ndii) wat is jouw naam

eitondii “

i faama too dun wat is de naam van je vader

i baama too dun wat is de naam van je moeder

bunda deur

pokiitoo emmer

haa ja

hani nee

kortanante goedendag

hera laata (eisamadeh) goedemorgen (nego sebassi)

hera tinyanta goedemiddag

suuto ye dya goedenavond

keradoreng (dat is) goed

abaraka bedankt

hakatu het spijt me

isi konteng tot ziens

tang saba ning sei 38 (dalasi, koers okt. 2009)

kerelah hoe gaat het?

muso huis

muso vrouw (als echtenoot)

keo als echtgenoot man

eilaku deyata neye ley ik hou van jou

kinkilibaa koffie

fula twee

kilo ei

da dija goedkoop

da koleha duur

ba groot

nding klein

jio water

nkatayaata genoeg

nyieyaata mooi

kanafenkidi zonder ingrediënten

teyro vriend